Direct contact

06 19 184 765

06 19 384 028

info@verwoordinbeeld.nl

Column: Taalwonder

Taal. Ik vind het een fascinerend fenomeen. Eén van de leukste dingen vind ik dat het altijd in beweging is. Zo verbeterde ik jarenlang – tot vervelens toe – mensen die ‘hij is vegetarisch’ zeiden, door ze erop te wijzen dat het echt ‘hij is vegetariër’ moet zijn want hoe kun je als mens nou vegetarisch zijn? Ik bedoel, je hebt vegetarische gerechten en gek genoeg zelfs vegetarisch vlees. Maar vegetarische mensen? En toch mag je nu “ik ben vegetarisch” zeggen. Omdat zoveel mensen deze taalfout maakten, besloten de ‘taalbazen’ van het land dat dit nu ook correct Nederlands is. Zo zie je maar. Wie bepaalt wat goed en fout is op taalgebied? Wij met z’n allen dus.

 

Toch – hoewel je met handen en voeten een heel eind kunt komen – is het wel handig om een paar woorden fatsoenlijk te kunnen spreken. Niks ten nadele van lichaamstaal overigens, die heel nuttig en soms zelfs onmisbaar is bij een zogenaamd goed gesprek. Eentje die ook echt plaatsvindt in het hier en nu, live en niet met tussenkomst van een of ander mobiel apparaat dat tussen jou en je gesprekspartner in staat. Letterlijk in sommige gevallen. Ik ervaar het sinds een tijdje als een verademing om mensen weer echt te spreken. Face-to-face dus. Pas dan kom je er (weer) achter hoe belangrijk dat is. En niet in de laatste plaats, hoe fijn dat kan zijn.

 

Je zou kunnen zeggen dat ik iets met taal heb. Niet voor niets probeer ik met schrijven m’n brood te verdienen. Daarnaast praat ik veel. Zeggen ze. Het gaat me over het algemeen vrij gemakkelijk af en eerlijk, ik vind het ook leuk. Dat schrijven echter, da’s een ander ding. Daarbij ervaar ik taal niet zelden als een flinke – maar leuke! – uitdaging. Dat geldt overigens ook heus wel eens voor dat praten van mij hoor.

 

Het zal je niet verbazen dat ik door die vlotte bek geregeld in een spontaan gesprek terechtkom met een tot dan toe wildvreemde. Vind ik leuk. Meestal. Nu is het mij opgevallen dat wanneer mensen – voornamelijk die uit de Randstad – verrast of verbaasd reageren wanneer ze horen dat ik uit Friesland kom. En daar ook geboren en getogen ben. “Maar je hebt helemaal geen Fries accent.” Of: “Wat vreemd, je hoort helemaal niet dat je uit Friesland komt.” En: “Dan ben je daar zeker niet opgegroeid?” Ik realiseerde me niet dat er blijkbaar bij veel mensen een beeld heerst dat alle Friezen een definieerbaar Fries accent hebben. En ik met mijn niet zo Friese tongval dus een beetje uit de toon val. Toch ben ik volop Frysk. And proud of it.

 

Dat je kunt horen waar iemand zijn roots liggen, vind ik wel iets hebben. Of het nou Grunnings, plat Amsterdams of Limburgs is. Al die accenten en dialecten in zo’n klein land. Prachtig. Laten we vooral lekker praten zoals we willen. Wanneer we dat willen. En zoveel als we willen. Met respect uiteraard. Dat wel. Amen.

 

Sinds februari 2015 heeft Femke een maandelijkse column in De Stienser, het huis-aan-huis-blad van de Noordwesthoek van Friesland. De Stienser verschijnt iedere week op zaterdag in een oplage van 28.000 exemplaren.

Ieder kwartaal in je mailbox:

  • toffe producties
  • fijne samenwerkingen
  • de blog van Femke